Research

Security and Defence

Articles

Publieksvraag: Wat is er nodig voor een Europees leger?

06 May 2024 - 09:33
Source: ©Clingendael

Read in English

Wat is er nodig voor een Europees leger?

In de aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement beantwoorden de experts van Clingendael vragen van ons onlinepubliek. In deze tweede aflevering vraagt Amy Verdun: 'Wat is er nodig om een Europees leger te krijgen?' Dick Zandee geeft haar antwoord.

 

Dick, jij vertelt ons gelijk: de term Europees leger klopt eigenlijk niet. Waarom niet?

Als je het hebt over een leger heb je het over de strijdkrachten op de grond, maar er zijn natuurlijk ook de domeinen zee en lucht. Dus een beter begrip zou zijn Europese krijgsmacht of Europese strijdkrachten.

Wat is eigenlijk de definitie van zo’n Europese krijgsmacht?

Dat is een hele goede vraag, want men geeft daar nooit echt een duidelijke omschrijving van. Als ik het moet omschrijven dan is dat zoals de Amerikaanse krijgsmacht. Dat wil zeggen: iedereen spreekt dezelfde taal, er is één politieke leiding (in het geval van de VS in het Witte Huis), er is één opperbevelhebber en één commandostructuur. Dat zijn allemaal zaken die er in Europa niet zijn. 

Tekst gaat door onder de video.

 

Het debat over een Europese krijgsmacht is niet nieuw, maar het staat wel nadrukkelijker op de agenda dan voorheen. Welke argumenten voeren voorstanders aan voor de noodzaak ervan? 

Vaak genoemd wordt de toenemende onzekerheid over de Amerikaanse steun aan Europa. Denk aan de jaren dat Donald Trump de president van de VS was. Hij kan het nu weer worden. Het argument is dat Europa daarom op eigen benen moet kunnen staan. De dreiging die uitgaat van de Russische oorlog in Oekraïne heeft er nog een enorme plus bij gezet om dat doel na te streven. Maar bij vele voorstanders speelt ook idealisme mee. In hun opvatting moet de Europese Unie een machtsfactor zijn in de wereld en daar hoort een eigen krijgsmacht bij. 

Jij geeft aan dat een Europese krijgsmacht zoals je die net omschrijft onrealistisch is. Waarom?

Om vele redenen. Ik zou eerst de politieke wil noemen. We hebben in Europa geen eenhoofdige politieke leiding. We hebben ook niet één opperbevelhebber van de strijdkrachten, dat is allemaal nationaal geregeld. Daarnaast zijn er praktische obstakels, zoals taalproblemen. Een Fin spreekt geen Portugees, een Noor spreekt geen Grieks. Op hoofdkwartieren spreekt weliswaar iedereen Engels, maar in het veld niet. Ook het materieel van alle lidstaten is zeer uiteenlopend en vaak niet uitwisselbaar. Verder is de inzet van de krijgsmacht nog steeds onderdeel van nationale soevereiniteit en er is geen lidstaat die dat wil opgeven. De kans dat je naar een Europese krijgsmacht kunt toegroeien met eenhoofdige leiding is heel gering.

De kans dat je naar een Europese krijgsmacht kunt toegroeien met eenhoofdige leiding is heel gering.

Vorig jaar is er een Europese flitsmacht aangekondigd die in 2025 operationeel zou moeten zijn. Volgens sommigen is hiermee al sprake van een verkapte Europese krijgsmacht. Hoe zie jij dat?

Dat is niet zo. Die flitsmacht zal bij inzet altijd worden samengesteld uit onderdelen die lidstaten zelf leveren. Die worden dan aangestuurd door de EU. Die flitsmacht is daarnaast alleen bedoeld voor crisisbeheersing en vredesoperaties in bijvoorbeeld Afrika. Die is niet bedoeld om onze grenzen te verdedigen tegen bijvoorbeeld Rusland. 

Als Europa voor zijn veiligheid en defensie op eigen benen wil staan, wat zijn dan de alternatieven? 

De meeste Europese samenwerking vindt plaats in kleinere verbanden. De Nederlandse landmacht werkt veel samen met de Duitsers. Daar zie je een grote mate van integratie. De Scandinavische landen doen veel samen en je ziet het langzaam ook ontstaan in Zuid-Europa. Dat is de toekomst; samenwerking tussen twee of drie lidstaten. Probeer het niet meteen met dertig landen, dat lukt niet. 

Je haalde net ook al even het belang aan van de vele verschillende wapensystemen die samenwerking lastig maken.

Ja, we kunnen veel materieel niet onderling uitwisselen in Europa. Dat materieel standaardiseren is niet eenvoudig. Er zijn industriële belangen en lidstaten die nationaal willen blijven kopen. 

De meeste Europese samenwerking vindt plaats in kleinere verbanden. Dat is de toekomst.

Zie jij daarvoor al het begin van een oplossing?

Positief is dat op dat gebied veel gebeurt. De Europese Commissie heeft sinds 2016 allerlei initiatieven genomen om dit te doorbreken. Zo kun je geld uit het EU-budget krijgen als je minimaal met twee andere lidstaten en daar gevestigde industrieën samenwerkt. Maar dit is nog heel kleinschalig. Er zou veel meer geld naartoe moeten. De testfase heeft goed gewerkt.

Is er bereidheid om daar meer geld voor vrij te maken?

Dat is nog wel een probleem. Eurocommissaris Thierry Breton heeft ervoor gepleit er honderd miljard voor vrij te maken. Maar je ziet dat de meeste lidstaten erg terughoudend zijn. Dat komt omdat de urgentie nog niet wordt onderkend, ondanks de oorlog in Oekraïne, en men terugvalt op nationale reflexen. Het gaat stapje voor stapje, maar die stappen zouden sneller genomen moeten worden.

Binnenkort verschijnt deel 3 met een andere publieksvraag. Lees hier deel 1. Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.